Brandgraf
Tijdens de Romeinse periode had crematie tot diep in de 3de eeuw de overhand. Begraving van de verbrandingsresten kon plaatsvinden op de plek van de verbranding zelf. We spreken dan van een brandgraf. Maar ook hebben nabestaanden de beenderresten van de overledene zorgvuldig uit de overblijfselen van de brandstapel gezocht. Zij verpakten de resten in een doek, een urn, een houtenkistje of zelfs een stenen askist om die dan op een andere plaats te bergraven. We spreken dan van een crematiegraf.
Vaak werden er bijgaven meegegeven zoals: kruiken, potten, schalen met spijs en drank voor de verre reis, gereedschap om in het hiernamaals te gebruiken, een munt voor de veerman, een beeld van de beschermgod.
Bij de Romeinen was het verplicht om de overledenen buiten de bebouwde kom te begraven. Tijdens een ontgronding ten zuidoosten van het huidige Halder is in februari 1964 een brandgraf ontdekt. Op deze plek heeft dus een crematie plaatsgevonden en zijn ook de resten daarvan begraven. Dat weten we omdat de grafgiften er ook zijn gevonden en een muntje…
Literatuur:
Een crematiegraf uit het midden van de 2de eeuw met elfstuks aardewerk en een munt, Joop van der Groen